Bechamel behoort tot de zogenaamde “klassieke” sauzen omdat het in heel veel verschillende gerechten gebruikt kan worden. Het is vooral populair in de winter omdat het zacht, zacht en fluwelig is en het gehemelte lijkt te verwarmen.
Als je niet bekend bent met jus: het is een eenvoudige combinatie van melk, boter en bloem die op het fornuis wordt gekookt. Eenmaal gekookt en ingedikt tot een gladde, romige saus, kan bechamel worden gebruikt in soufflés, kaassauzen en zelfs als bindmiddel in diverse vleesgerechten.
Het ergste dat met een bechamelsaus kan gebeuren, is dat het een klontje gekookte bloem wordt. Daarom moet u enkele van de meest voorkomende fouten vermijden.
1. Je kookt niet lang genoeg
Een tip om in gedachten te houden is om de saus lang genoeg te koken zodat deze goed kan indikken. Anders krijgt het mengsel niet de juiste textuur. Het is ook belangrijk om de pan waarin je kookt op een middelhoog vuur te zetten, zodat de bloem niet verbrandt. Het moet heel langzaam en heel geduldig gebeuren.
2. Je gebruikt niet de juiste verhoudingen
Om de perfecte bechamelsaus te maken is de juiste verhouding belangrijk. Meet altijd 56 gram van het vet dat u wilt gebruiken af, of het nu boter, olie of reuzel is. 80-85 gram is de maat voor tarwemeel. Voeg ten slotte een halve liter melk toe om de saus te verdunnen, maar hoe minder melk je toevoegt, hoe dikker de saus zal zijn.
3. Je gebruikt koude producten
Plan uw tijd zo dat u melk en boter op kamertemperatuur gebruikt. Koude melk kan ervoor zorgen dat de verdikkende saus tijdens het koken gaat spetteren.
4. Je voegt alle melk in één keer toe
Alle melk in één keer toevoegen is de snelste manier om een plakkerige, klonterige saus te krijgen. Het hele botermengsel zal enigszins “geschokt” zijn door de melk (vooral als het koud is). Voeg daarom eerst ongeveer een kwart warme melk toe en roer krachtig om zoveel mogelijk “los” te maken, en ga dan pas verder.
5. Bedek het niet met folie of een handdoek
Je hebt alles perfect gedaan: je bechamelsaus is homogeen, soepel en heerlijk, en dat wil je natuurlijk graag zo houden. Houd er rekening mee dat de bechamel moet rusten voordat hij in andere combinaties en gerechten kan worden gebruikt: de beste manier is om hem over te brengen naar een glazen of keramische schaal en deze te bedekken met folie of bakpapier. Dit voorkomt uitdroging en de vorming van een vervelende korst.
Alle melk in één keer aan je roux toevoegen is de snelste manier om Lump City te bereiken. De pluisjes zullen een beetje “geschokt” zijn door de melk (dit geldt vooral voor koude melk) en het zal een hele klus zijn om die klontjes op te kloppen.
Probeer dit in plaats daarvan: voeg ongeveer een kwart van de warme melk toe en klop krachtig om het beslag los te maken en eventuele klontjes te breken voordat je langzaam de rest van de melk toevoegt.
